Architect en recht: werk mee!
Architectenrecht: Een sterk recht voor je werk!
De meeste architecten zijn zich wel bewust van het feit dat hun ontwerp beschermd is. Zeker de grotere architectenbureaus hebben hun “legal” wel voor elkaar, maar hoever die bescherming nu gaat en wat nu precies de mogelijkheden zijn is in veel gevallen toch niet precies duidelijk. Dit is ook erg afhankelijk van de omstandigheden.
Het architectenrecht is als auteursrecht een behoorlijk sterk recht. In hoeverre is samenwerking met de architect, als maker van het oorspronkelijke ontwerp, nu nodig voor een eventuele aanpassing van zijn ontwerp of bouwwerk? Voor de vraag of je de architect persé moet benaderen voor wijzigingen is het antwoord kort gezegd: nee. Je kunt een ieder vragen om de wijzigingen te ontwerpen, maar het is wel verstandig wel om op zijn minst de oorspronkelijke architect te raadplegen om eventuele problemen over het auteursrecht te voorkomen. In dit artikel wordt gemakshalve uitgegaan van een bouwwerk met een vormgeving dat een eigen, oorspronkelijk karakter en een persoonlijk stempel van de maker.
Op het moment dat men zonder enig overleg een door een architect ontworpen bouwwerk aantast, is het voor de architect van belang om hiertegen zo snel mogelijk als auteursgerechtigde op te treden.
Het relevante artikel in dit soort zaken is artikel 25 van de Auteurswet. Gemakshalve citeer ik even het hele artikel, maar voor het verhaal kunt u dit gewoon overslaan:
Artikel 25 Auteurswet
1. De maker van een werk heeft, zelfs nadat hij zijn auteursrecht heeft overgedragen, de volgende rechten: 1. De maker van een werk heeft, zelfs nadat hij zijn auteursrecht heeft overgedragen, de volgende rechten:
a. het recht zich te verzetten tegen openbaarmaking van het werk zonder vermelding van zijn naam of andere aanduiding als maker, tenzij het verzet zou zijn in strijd met de redelijkheid;
b. het recht zich te verzetten tegen de openbaarmaking van het werk onder een andere naam dan de zijne, alsmede tegen het aanbrengen van enige wijziging in de benaming van het werk of in de aanduiding van de maker, voor zover deze op of in het werk voorkomen, dan wel in verband daarmede zijn openbaar gemaakt;
c. het recht zich te verzetten tegen elke andere wijziging in het werk, tenzij deze wijziging van zodanige aard is, dat het verzet zou zijn in strijd met de redelijkheid;
d. het recht zich te verzetten tegen elke misvorming, verminking of andere aantasting van het werk, welke nadeel zou kunnen toebrengen aan de eer of de naam van de maker of aan zijn waarde in deze hoedanigheid.
2. De in het eerste lid genoemde rechten komen, na het overlijden van de maker tot aan het vervallen van het auteursrecht, toe aan de door de maker bij uiterste wilsbeschikking aangewezene.
3. Van het recht, in het eerste lid, onder a genoemd kan afstand worden gedaan. Van de rechten onder b en c genoemd kan afstand worden gedaan voor zover het wijzigingen in het werk of in de benaming daarvan betreft.
4. Heeft de maker van het werk het auteursrecht overgedragen dan blijft hij bevoegd in het werk zodanige wijzigingen aan te brengen als hem naar de regels van het maatschappelijk verkeer te goeder trouw vrijstaan. Zolang het auteursrecht voortduurt komt gelijke bevoegdheid toe aan de door de maker bij uiterste wilsbeschikking aangewezene, als redelijkerwijs aannemelijk is, dat ook de maker die wijzigingen zou hebben goedgekeurd.
De in het eerste lid genoemde rechten komen, na het overlijden van de maker tot aan het vervallen van het auteursrecht, toe aan de door de maker bij uiterste wilsbeschikking aangewezene.
Van het recht, in het eerste lid, onder a genoemd kan afstand worden gedaan. Van de rechten onder b en c genoemd kan afstand worden gedaan voor zover het wijzigingen in het werk of in de benaming daarvan betreft.
Heeft de maker van het werk het auteursrecht overgedragen dan blijft hij bevoegd in het werk zodanige wijzigingen aan te brengen als hem naar de regels van het maatschappelijk verkeer te goeder trouw vrijstaan. Zolang het auteursrecht voortduurt komt gelijke bevoegdheid toe aan de door de maker bij uiterste wilsbeschikking aangewezene, als redelijkerwijs aannemelijk is, dat ook de maker die wijzigingen zou hebben goedgekeurd.
Het is allereerst de vraag of de architect afstand heeft gedaan van zijn recht zich te verzetten tegen wijzigingen in het werk. Als dit zo is, dan heeft de architect geen zaak. De architect zal zich op grond van lid 1c echter ook niet kunnen verzetten tegen redelijke aanpassingen. Een rechter oordeelt dan op grond van de redelijkheidstoets: een belangenafweging. Op grond van de jurisprudentie (onder meer HR 26-2-2004: Jelles / Zwolle) is ook bepaald dat het belang van de eigenaar en gebruiker doorgaans prevaleert boven het belang van een architect bij een ongewijzigd ontwerp. Dit is vanzelfsprekend afhankelijk van het ontwerp en de geplande aanpassingen.
De grens ligt bij het oordeel of sprake is van misvorming, verminking of aantasting van het werk, waardoor men aan de belangenafweging, of de inbreuk op het auteursrecht geoorloofd moet worden geacht, niet toekomt. Dan kan een rechter een bouwstop opleggen en kan de auteur een schadevergoeding toegewezen krijgen. Overigens is sloop van een bouwwerk geen inbreuk op dit auteursrecht!
Het zijn van architect, is natuurlijk ook gewoon een beroep en daarmee heeft de architect een belang bij een opdracht. Als dienstverlenend architect kan het dan ook raadzaam zijn om niet teveel eisen te stellen. Daarmee kan een opdracht mislopen of kan een architect een opdracht mislopen. Aan de andere kant hoef je je als architect ook niet te bescheiden op te stellen, want je hebt een sterkt recht en bent het creatieve brein van het ontwerp. Op het moment dat men zonder enig overleg een door een architect ontworpen bouwwerk aantast, is het voor de architect van belang om hiertegen zo snel mogelijk als auteursgerechtigde op te treden. Een te grote inbreuk die al is gerealiseerd kan teniet worden gedaan door alsnog een geding te starten en herstel te eisen. Hangende een verbouwing kun je als architect een bouwstop afdwingen. In beide gevallen dient dan te worden vastgesteld of een ontwerp moet worden hersteld en hoe een ontwerp moet worden hersteld of aangepast. Er kan worden onderhandeld over een aanpassing die wèl als redelijk kan worden aangemerkt en die de architect overigens ook dient te accepteren. Onderdeel van de onderhandelingen is dat de architect afstand doet van zijn (gedeeltelijke) auteursrecht van het gewijzigd ontwerp. Van een professionele bouwer mag worden verwacht dat hij rekening houdt met de rechten van de architect van het aan te passen bouwwerk. In de praktijk wordt dit wel eens vergeten.
Als de architect zijn kaarten goed speelt kan er een opdracht volgen uit een voorgenomen wijziging van het ontwerp. In ieder geval kan voor de medewerking aan de wijzigingen aan het ontwerp bezoldiging worden gevraagd. We noemen een eenvoudige casus, maar gaan vooral in op een aanzienlijk complexere casus, die van het museum Naturalis.
Casus
Een school gaat fuseren en hiervoor is een verbouwing nodig van een schoolgebouw. De vraag van de overkoepelende stichting is of er rekening gehouden moet worden met het ontwerp en of de oorspronkelijke architect verplicht moet worden ingeschakeld
Aan de buitenkant van de school zullen geen essentiële wijzigingen plaatsvinden. De school is voornemens om enkel intern wanden te verzetten in verband met wijzigingen van functies van ruimtes. Dit betekent dat er aan het ontwerp van de school niet of nauwelijks iets zal veranderen. Enkel de indeling van de ruimtes binnen zouden wijzigen en hiervoor kan een andere architect worden gevraagd. De conclusie is in deze casus dat het weliswaar verstandig is om de oorspronkelijke architect te bevragen of te informeren, maar dat de aanpassingen niet zo essentieel zijn en het ontwerp niet aantasten zodanig dat sprake is van aantasting van het architectenrecht. Is de ingreep groter, dan kan een probleem ontstaan, zoals in de zaak van Naturalis.
Casus Naturalis
Uit deze casus volgt dat ruimtes in een gebouw wel degelijk een wezenlijk onderdeel kunnen zijn van het ontwerp. Dit was aan de orde bij de grote verbouwing van het geheel vernieuwde Naturalis. In 2016 en 2017 is er geprocedeerd door de architect die werkzaam was voor Architektenburo VVKH BV en verantwoordelijk was voor het ontwerp van “Naturalisgebouw”. Het betrof nieuwbouw dat met een grote loopbrug was verbonden aan oudbouw het “Pesthuis” dat de ingang vormde van het complex dat overigens nog maar pas in 1998 officieel is geopend. De architect was ook verantwoordelijk voor het ontwerp van het kantoorpand dat naast het Naturalisgebouw is gerealiseerd, het zogenoemde “Darwin House”, dat op termijn als uitbreiding van Naturalis zou kunnen fungeren en qua stijl dan ook aansluit bij het Naturalisgebouw. Het geheel vormde dus onderdeel van het auteursrecht.
Door fusies en een onverwachte groei, met name door een groeiende aanloop van bezoekers, ontstond bij Naturalis een behoefte aan uitbreiding en herinrichting van haar gebouwen. Dit project is Europees aanbesteed en de architect heeft met VVKH BV deelgenomen aan de aanbestedingsprocedure. Het werk is uiteindelijk gegund aan een ander, namelijk NRA, die met een vergaand eigen ontwerp kwam. In het ontwerp van NRA vervalt de entreefunctie van het Pesthuis dat zelfs geheel wordt afgestoten. Hierdoor wordt de loopbrug naar het Naturalisgebouw overbodig en deze zal dan ook worden verwijderd. Daarnaast wordt het Darwin House afgebroken op welke plaats een geheel nieuw gebouw zal worden gerealiseerd met nieuwe tentoonstellingsruimtes. Het bestaande Naturalisgebouw blijft weliswaar behouden, maar verliest volledig de functie als tentoonstellingsruimte. De ruimtes zullen worden gebruikt voor depot en als werkruimtes, waarvoor meerdere verdiepingsvloeren zullen worden gerealiseerd. Een uitgebreide weergave van het feitencomplex en de standpunten is met foto’s te vinden in het tussenvonnis van 25 januari 2017. De rechter oordeelde in een eindoordeel in dit vonnis, kort gezegd, dat hierdoor sprake is van een strijd met artikel 25 lid 1 sub d Auteurswet. De rechter bevestigde (eerder al in Jelle / Zwolle) dat geen belangenafweging plaatsvindt bij strijd met artikel 25 lid sub d.
Met dit vonnis is dus bevestigd dat door de aantasting van de binnenruimte het recht van de architect werd aangetast. Hoewel er een belangrijk eindoordeel kwam kon de rechter zich niet uitlaten over een bouwstop, omdat niet duidelijk was in hoeverre Naturalis hieraan nog kon voldoen, reden waarom de zaak werd aangehouden om de rechter nader te informeren. Tegen het eindoordeel is geen hoger beroep ingesteld; de zaak werd uiteindelijk geschikt, al was hiervoor nog wel een bouwstop nodig van de kort gedingrechter (voorzieningenrechter) die in het verkorte vonnis van 7 maart 2017 bepaalde dat het werk moest worden stilgelegd. In deze zaak won de architect en trok de ontwikkelaar aan het kortste eind.
De kosten van een dergelijke zaak lopen enorm op in verband met de toepasselijkheid van artikel 1019h van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. In zaken betreffende inbreuk op het Intellectueel Eigendomsrecht worden op grond van dit artikel aanzienlijk hogere proceskosten toegewezen, omdat (in Europese Richtlijn 2004/48/EG artikel 14) is bepaald dat een auteursgerechtigde zijn, doorgaans financieel beperkte, recht moet kunnen halen zonder met enorme proces-(advocaat)kosten te worden geconfronteerd.
In het kort gedingvonnis is Naturalis, enkel voor dit kort geding, veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 20.000,- aan proceskosten. Mogelijk mede ter voorkoming van verder oplopende kosten is de zaak uiteindelijk geschikt.
In de schikking is onder meer afgesproken dat de architect alsnog akkoord zou gaan met het voorzetten van de bouw conform de door Naturalis voorgenomen verbouwingsplannen. In ruil hiervoor is een reeks maatregelen als tegemoetkoming overeengekomen die onder meer tot doel hebben ervoor te zorgen dat deze schikking niet als beloning voor het door Naturalis gevoerde beleid kan worden ervaren. Naturalis zou een bedrag van € 1,5 miljoen overmaken aan een nog door de architect op te richten ideële stichting die tot doel heeft het bevorderen van wetenschappelijk onderzoek en van architectuur in brede zin. De gelden zouden dus niet ten goede komen aan de architect zelf. De architect is overigens wel gecompenseerd in de gemaakte advocatenkosten, andere kosten en een tegemoetkoming in de door de architect geleden schade.
Naturalis heeft ook excuses aangeboden voor haar handelswijze en heeft ook toegezegd om tien jaar lang een virtueel museum te handhaven waarin het gehele interieur van het voormalige museum in het door de architect ontworpen Naturalisgebouw zichtbaar zal blijven (zie link).
De architect wilde dat na de verbouwing enkel nog de toren van het Naturalisgebouw aan hem zal worden toegeschreven. De rest van het Naturalisgebouw beschouwt hij niet langer als zijn werk. Er is in 2018 nog een kort geding geweest in verband met het schenden van de afspraak dat partijen zich, afgezien van een persbericht, zich niet verder zouden uitlaten over de inhoud van het geschil of van de schikking.
Conclusie en advies
Met de schikking is afgezien van de mogelijkheid om tegen het eindoordeel in het tussenvonnis in hoger beroep te gaan. Hoewel het altijd de vraag is of het vonnis in hoger beroep stand zou hebben gehouden, is het eindoordeel van de rechtbank, zeker in combinatie met later een kort gedingvonnis waarmee het werk werd stilgelegd, een heel goed voorbeeld van hoe sterk het architectenrecht is. Iedere volgende zaak zal echter wel weer geheel op zijn eigen merites moeten worden beoordeeld. Toch kan men wel tot een aardig algemeen advies komen.
Voor de ontwikkelaar/opdrachtgever geldt dan ook:
Wees open over plannen om te verbouwen en voorkom problemen door dit te melden aan de oorspronkelijke architect/auteursgerechtigde. Geef ook inzicht en uitleg als de architect hierom vraagt en vraag vooral ook om commentaar van de architect. Dit kan niet alleen heel functioneel zijn, maar kan ook tot een instemming leiden, zodat de zaak eenvoudig is afgedaan. Denk niet dat het beter is om de architect niet te benaderen, omdat hij het er mogelijk niet mee eens zal zijn, want dit kan vooral leiden tot grotere problemen. Probeer derhalve te voorkomen dat de architect zich zal beroepen op zijn architectenrecht. Het is zeker niet verplicht om die oorspronkelijke architect in te schakelen, maar verstandig is het wel en er moet wel rekening mee gehouden worden dat dit toch ook kosten met zich meebrengt. Een architect is niet gehouden om gratis mee te werken, dus hiervoor kosten begroten is verstandig. Dit “gedoe” vooraf is altijd beter dan een procedure over een bouwstop die een aanzienlijke schade met zich mee kan brengen.
Voor de architect/auteursgerechtigde geldt dan ook:
Het architectenrecht is een zeer sterk recht. Realiseer je dat een ontwikkelaar of opdrachtgever niet gehouden is om jou als de oorspronkelijke architect in te schakelen. Zeker als er sprake is (geweest) van een conflict zal een opdrachtgever liever een andere architect inschakelen. Het is als architect zeker niet mogelijk om onder alle omstandigheden een bouwstop te krijgen. Als architect zal je snel moeten reageren op een verzoek van een ontwikkelaar op een nieuw ontwerp. Doe je dit niet, dan is dit ook mede relevant voor het oordeel van de rechter. Als rechthebbend architect zul je zeker mee moeten werken aan kleine en redelijke aanpassingen. Het kan een aardige opgave zijn om de rechter te overtuigen van het feit dat je ontwerp geweld wordt aangedaan. Daarnaast, als je als architect een blokkade opwerpt, zou een ontwikkelaar ook kunnen overwegen om het gebouw te slopen en nieuw te bouwen. Het is dus ook voor de architect in ieder geval altijd verstandig om een niet te onmogelijke houding aan te nemen en mee te werken, zodat op het uiteindelijke ontwerp in ieder geval invloed kan worden uitgeoefend. Dit kan leiden tot in ieder geval een opdracht voor enige werkzaamheden, zo niet, bijvoorbeeld als er een geschil ontstaat tussen architect en opdrachtgever zoals bij de Tweede Kamer, tot de opdracht in zijn geheel.
Het architectenrecht is nogal afhankelijk van de omstandigheden, dus mogelijk dat er bij u nog vragen bestaan. Neemt u dan contact met ons op, zodat wij voor u één en ander kunnen verhelderen.
Mr. B.
Parmentier
parmentier@parmentieradvocaten.nl
Parmentier Advocaten
Haarlem
023-5313111